DE BRUID (roman)
- Gegevens
- Categorie: Verhalen
- Geschreven door Piety Veenema
In “De bruid” wordt Ella in het leslokaal van haar modevakschool danig met haar menselijk tekort geconfronteerd door een onverwachte bezoekster in boerka. Deze vrouw heeft een mysterieuze opdracht voor Ella, waar ze niet onderuit kan, terwijl één van haar tweelingdochters in coma ligt (magisch-realisme).
AFLEVERING 1
‘Wat? Is het al zó laat? O mevrouw Vogel, dan moet ik nodig naar huis. Mijn man zal wel weer mopperen. Waar bleef je zo lang? Nou daag, tot volgende week.’
‘Ja, tot volgende week.’Ella slaakte een zucht van verlichting zodra de laatste leerling het leslokaal verliet. En een zucht van ergernis, want op de middelste tafels, bezaaid met restjes rafelige stof en naaigaren, lagen overal opgedroogde koffiekringen. En koffiemelkvlekken.
De lampjes van de drie naaimachines voor het raam brandden nog en rondom de naaitafels lagen her en der verspreid doorgeknipte lusjes rijggaren. Om de paspop had iemand voor de zoveelste keer haar rolcentimeter laten hangen. En welja, op de lange tekentafels diverse proppen patroontekenpapier. Niemand die er aan dacht nog even mee op te ruimen. Nee, allemaal gauw naar huis.
Ella wierp een blik op haar horloge. Half elf. Geert was het gewend dat ze ’s avonds nooit voor half twaalf het lokaal achter hun eigen huis sloot. En de laatste week was het helemaal een latertje. Ze rekte de tijd zo lang mogelijk.
Verbeten stapelde ze de koffiebekers in elkaar en mikte ze in de afvalbak onder het schoolbord. Met haar handen maaide ze de rommel van de middelste tafel en boende de vlekken weg. Toen ze daarna met een zachte bezem de draden op de vloer bij elkaar begon te vegen, zag ze in het spiegelende raam hoe haar leesbril driftig aan het koord om haar hals heen en weer slingerde. Prompt hield ze op en bekeek zichzelf: het halflange haar in vette pieken. Doffe ogen en schraal om haar kin. Leunend op haar bezem staarde ze dwars door de vrouw van middelbare leeftijd door het raam in het duister.
Zolang ze maar bezig was, kon ze het van zich afzetten. Vanavond zelfs heel goed, want ze had in de eerste les met de examengroep reverskragen op schaal getekend en ze had gelijk gezegd toen iemand haar nog een gelukkig nieuwjaar wenste en vroeg hoe “het” nu was, dat ze het daar nu liever niet over had. Tijdens de tweede les waarin iedereen voor zichzelf bezig was, had ze vooral veel naar de opgewonden verhalen geluisterd over de hortensiarovers. Die werden steeds brutaler en hadden nu ook al in hun dorp huisgehouden.
Ella keerde haar spiegelbeeld de rug toe en voelde onder haar lange trui aan haar broekband. Té wijd geworden. Dat waren nu de gevolgen van een week onrust. Halve nachten had ze wakker gelegen door dat rottige schuldgevoel.
Verwoed begon ze de vloer weer te vegen met de beelden uit het ziekenhuis op haar netvlies. Charlotte met gebroken ledematen, neus in het gips. Bleek en stil, met een aangelegde drain in haar hoofd om eventueel hersenvocht af te voeren. Nog steeds niet bij kennis. Geert en Marianne die niet uit het ziekenhuis weg waren te slaan. Die zelfs waren begonnen Charlotte verhalen voor te lezen uit de kinderbijbel, die ze vroeger zo mooi vond, in de hoop dat ze hen kon horen.
Ella zuchtte diep. Het liefst zou ze op een stoel neerploffen en haar hoofd op tafel laten zakken. Maar ze moest het patroon van het joggingpak voor de groep van morgenmiddag nog tekenen en de broek van het nieuwe clownspak van Enrico nog zomen. Dat móest nu echt als ze het pak morgenvroeg mee naar het ziekenhuis wilde nemen. Nou ja, willen… ze móest wel. Geert en Marianne namen het haar hoogst kwalijk dat ze nog maar drie keer was geweest.
Met gemengde gevoelens zette Ella haar leesbril op. Ze klapte het schoolbord open om het door een leerling meegebrachte plaatje uit de Wehkamp na te tekenen.
Met behulp van haar grote houten liniaal zette ze de broeklengte op. Net toen ze stippellijnen van de heuphoogte en zithoogte aangekrijt had, hoorde ze de hond van de buren. In de tuin. Weer eens te lui om hem uit te laten, dacht ze geërgerd.
Ze hief haar hoofd op, luisterde naar het geblaf van de hond. Dacht aan wat een leerling haar vanavond vertelde terwijl ze het patroon van een cirkelrok op stof speldden. Dat de dieven al op honderden plaatsen in het Noorden actief waren geweest. Overal knipten ze stengels en knoppen van hortensia’s weg. Schuttingen werden moeiteloos getrotseerd, evenals dikke coniferenhagen. De plant scheen bij uitstek geschikt te zijn om een joint van te draaien. Dat had in de krant gestaan, die Ella de laatste week amper had gelezen. ‘Bij het roken van een hortensia komt er cyanide vrij,’ had een andere leerling gezegd. ‘En door de stof raakt de gebruiker licht vergiftigd. Die vergiftiging veroorzaakt een tijdelijk zuurstofgebrek, waardoor de roker opgewonden en een beetje gedesoriënteerd raakt. Sommige mensen vinden dat heerlijk.’ De andere vrouwen hadden er tijdens de les danig grappen over zitten maken.
Vreemd. Meestal blafte de hond maar even. Nu hield hij maar niet op. Vreemde klanten in de buurtuin? Of achter haar eigen huis misschien?
Verdorie, ze moesten het niet wagen háár hortensia’s te molesteren.
Driftig smeet ze haar liniaal en krijtje neer en beende met grote passen het leslokaal uit. In het halletje struikelde ze bijna over een sjaal die iemand blijkbaar had verloren. Ze vloekte binnensmonds. Toen stoof ze naar buiten.
In 2010 verschenen mijn complete DIGI-roman en DIGI-thriller
“De bruid” en "Zwarte Romantiek"
op de site www.welkominzuidhorn.nl
NU gratis te downloaden via de SHOP van deze site
Ook schrijf ik Columns en FOTO-gedichten voor deze site.
Je vindt me daar onder HOBBY & VRIJE TIJD - Kunst.
Klik op mijn naam Piety Veenema.
Piety Veenema