TOEN ER NOG GEEN PINPAS WAS (humor of satire?)
- Gegevens
- Categorie: Verhalen
- Geschreven door Piety Veenema
Brief aan meneer de psycholoog,
Neemt u mij alstublieft niet kwalijk, meneer. Maar u bent me d’r ook een mooie. Dat moet me echt effe van m’n hart. Zei u vorige week:’ik kan niks voor u doen’ toen ik u over de praatclub “Drop hier uw probleem” vertelde en nu krijgen we dit. Mooie meneer bent u.
Sorry dat ik u vorige week steeds spycholoog noemde, meneer. Maar mijn Harry zegt altijd spycholoog omdat hij niets van dat gedoe moet hebben, dus d’r stottert steeds iets in m’n hoofd als ik spy… spy… psycholoog moet zeggen.
En nu over dat schrijven, meneer. Eerst vond ik het maar een rare opdracht. Dat ik alles moest opschrijven. Van wat ik d’r bij u allemaal uitgeflapperd heb: Over die midlife-wijven van wie ik - eenvoudige ziel - gewoon niet kan begrijpen wat hun probleem nu eigenlijk is. En meneer, u zei dat ‘k d’r over na moest denken hoe ík als jonge blom in de godganse goedigheid bij die club ben terechtgekomen…
Nou, het was in die lingeriewinkel, toen ik dat zwarte kanten setje zag. Was de pinpas d’r maar eerder geweest, dan was dat contact met mevrouw Vloed never nooit niet voortgezet. Keurig nette verschijning, meneer. Ik kan niet anders zeggen. ‘k Weet nog dat ‘k niet opkon tegen de overvloed aan lispelende complimenten toen ze mij met gretige handen in dat setje hielp en voordeed hoe ik mijn bescheiden A-cupjes goed te plek kon leggen in dat push up-geval. En ‘k weet ook nog dat ik haast een hartverzakking kreeg van de prijs. Een rib uit m’n magere lijf. Wat zou mijn Harry daar wel van zeggen?
Die winkelmevrouw lispelde toen: ‘U mag uw eigen best eens verwennen hoor. En... als u niet genoeg geld heeft, mag u hier ook met betaalcheques betalen.’
En zó is het dus allemaal begonnen. Ziet u, mijn naam is Petronella Kruis en ik ben al tien jaar met mijn Harry. Maar Harry’s achternaam staat eerst op de cheque. En dan komt mijn naam. En als ze dát zien, beginnen ze altijd te lachen.
Het kan me echt niets schelen, meneer. Dus als ’t niet per se hoeft, maak ik nergens een probleem van.. Maar toen die mevrouw me daar toch begon te schaterlachen, met van die vreselijk lange uithalen, moest ik tóch zomaar ineens huilen en ik was blij dat er geen andere behapassers en slipjesneuzers waren. En toen begon die mevrouw me daar ook te huilen en pinkte haar tranen weg met de punt van mijn kanten slipje. En ze sliste: ‘Sorry, sorry. Maar ik ben zo… zo… blij dat ik in u een lotgenote vind. Komt u even mee naar achteren? Dan drinken we samen een bakkie troost. Want ik slis net zo… net zo erg als u. En om mijn dubbele naam moeten ze óók altijd lachen. Want ik heet Jeltje Vloed. En mijn man heet De Witte. Dus ik ben Jeltje de Witte-Vloed.’
En zo is het dus gekomen, meneer. De vrouw van de beste accountant, Jeltje de Witte-Vloed, nam mij mee naar de praatclub “Drop hier uw probleem”. En daar maakte ik kennis met de vrouw van de wethouder Hendrikje Zwart-Wit, en de vrouw van burgemeester Appel: Betsy Sap. Dus Betsy Appel-Sap. En dan nog Jantje Knol-Goedkoop (de vrouw van een advocaat), Duifke Vogelvanger-Mus (de vrouw van de dominee) en ten slotte de ongetrouwde juffrouw Hiekje Nooitgedagt.
Nou meneer de spy… spy… psycholoog, zoals ik al tegen u zei, ik kan er wel een boek over schrijven. Waar die voorname vrouwen, zich wel niet allemaal druk om maken; ik begrijp het niet hoor. En dan nog wat ze mij allemaal wilden aanpraten, omdat ik alleen maar een eenvoudige slissende huisvrouw ben die alleen maar vrijwilligerswerk doet, en alleen maar mijn Harry heb en geen koters. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar als ik dan zeg hoe ik d’r zelf tegenaan kijk (neem nu bijvoorbeeld dat slissen, dat doet professor Galjaard ook en dat is een hele charmante man) dan verzuchten ze steeds: ‘O, wat héérlijk toch, dat onze Petronella zó ongecompliceerd kan zijn.’
Zou dat een compliment zijn, meneer? Of een regelrechte belediging aan mijn adres? Zien ze me als een simpel naïef vrouwtje? Schiet ik misschien in mijn snapvermogen tekort?
Hoe het ook zij, volgende week ben ik dus aan de beurt op de praatclub “Drop hier uw probleem”. En daarom kwam ik ook – zonder dat mijn Harry het weet – bij u meneer, in de hoop dat u mij aan een probleem kon helpen, want anders lig ik er straks natuurlijk wel uit. En toen zei ú dat u niets voor mij kon doen. Maar meneer… dat is niet waar.
Want toen uw rekening kwam (voor die twéé uurtjes) kreeg ik haast wéér een hartverzakking. Godzijdank was mijn Harry niet thuis, want hij mag dit ab-so-luut niet weten. Maar ja, daar zit hem nou net de kneep. Want van m’n vroegere werk heb ik een tic overgehouden.. Ik schrijf nog steeds al onze uitgaven op, in een tabelarisch kasboek nog wel. En dat vindt mijn Harry bere-interessant. Ja, hij is niet voor niets boekhouder.
Meneer de psycholoog. Dat ik u een mooie meneer noemde is een gekkigheidje, hoor. Mijn dank is één meter zeventig. Want nu rol ik zomaar ineens van het ene probleem in het andere als ik bedenk hoe ik mijn eigen lieve rechtschapen Harry voor de gek moet houden als ik ga sjoemelen met mijn boekhouding. Wat zullen de vrouwen van “Drop hier uw probleem” hier volgende week van opkijken.
Met de meeste hoogachting,
Petronella Kostelijk-Kruis.
Toelichting
Dit was een schrijfles in humor met zelfironie. Best heel erg moeilijk om daarin een eigen stijl te vinden. Toen ik eenmaal een bepaald typetje voor ogen had (wat ook nog een beetje mijn alter-ego moest zijn) speelden zich heel wat verhaaltjes af in mijn hoofd en van binnen had ik veel pret, maar om dat vervolgens op papier te krijgen…. .Deze poging is geloof ik niet helemaal geslaagd. Eigenlijk lijkt het meer op satire (je vrolijk maken over de dommigheid van anderen). Maar ik heb in elk geval een poging gewaagd. En ik hoop dat u er toch een beetje om kon lachen.
Piety Veenema
Reageren op mijn verhaal? Mail naar
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.