Gedichten

Moeder (zie ook elders onder "Mem")

(geïnspireerd op “Impasse” van Martinus Nijhoff)

Wij zitten in de kamer, zij en ik
Als vierde kind van zeven dacht ik al lang:
Vraag het haar, maar ik was bang,
wachtte op het juiste ogenblik.

Maar haar zien zittend, zo broos en teer,
haar vest over haar nachthemd heen,
haar ogen zo star, vel over been,
weet ik: aarzelen kan niet meer.

‘Als j’er vroeger iets aan had kunnen doen,
was het dan bij twee of drie gebleven,
zou ik er zijn  geweest, zou ‘k er toe doen?’

Haar hele bord pap zijn we stil gebleven
pas als ik theeschenk en haar voorhoofd zoen,
zegt zij: ‘Dat moet je niet doen.’


Toelichting
Met dit gedicht won ik een prijs in een gedichtenwedstrijd van de Leeuwarder Courant (Lyrische Courant) met als thema “Drama”. Het is geplaatst in de bijlage “Freed” van 16 oktober 2009. Ik was erg verrast, want dát had ik totaal niet verwacht. Mede omdat ik Martinus Nijhoff enigszins had nagebootst wiens gedicht “Impasse” begint met : We stonden in de keuken, zij en ik.
De jury dacht daar dus anders over. Ik citeer: ‘De eerste prijs is voor Piety Veenema die voor “Moeder” haar inspiratie vond bij Martinus Nijhoff, maar er een heel eigen weg mee insloeg.’
Deze prijs en de Friese gedichten van de 2e en 3e prijswinnaars inspireerden mij tot een Friese versie “Mem” (zie inhoudsopgave GEDICHTEN). 

Piety Veenema